Haven Reglement
(versie 2001)
Beweegreden:
Het bestuur van de watersportvereniging De Nieuwe Waterweg heeft gemeend het havenreglement aan te passen.
Met name de nieuwe technische apparatuur en de steeds strengere milieueisen, in samenhang met de maatschappelijke ontwikkelingen betreffende verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid en het belang voor de leden van de watersportvereniging, onderschrijven het belang van goede onderlinge afspraken.
Deze zijn vastgelegd in een te handhaven reglement, verder te noemen havenreglement.
Algemeen:
Het bestuur van de watersportvereniging De Nieuwe Waterweg heeft een havenreglement opgesteld ten behoeve van zijn leden en overige personen die zich op het terrein van de vereniging bevinden.
Conform de statuten van de vereniging is het bestuur gemachtigd maatregelen te nemen tegen leden en overige personen die zich niet houden aan het havenreglement c.q. de aanwijzingen van het bestuur.
Doel:
Doel van het havenreglement is dat de leden en gasten op het terrein van de watersportvereniging met plezier en op een verantwoorde en veilige wijze hun vrijetijdsbesteding kunnen uitoefenen.
Teneinde dit doel te kunnen bereiken is een aantal regels opgesteld, die door de algemene vergadering is goedgekeurd.
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 1.1 Inleiding
Dit reglement is opgesteld en goedgekeurd door de algemene vergadering
van 16 november 2001 van de watersportvereniging De Nieuwe Waterweg.
Artikel 1.2 Begripsbepalingen
Indien in dit reglement daarvan niet van wordt afgeweken zijn de begrips-bepalingen, zoals gedefinieerd in de statuten van de vereniging, van toepassing.
Begripsbepalingen in dit reglement:
* Ligplaats: een afmeermogelijkheid in een box van de vereniging.
* Vaste ligplaats: een ligplaats, die voor onbepaalde tijd tegen een vastgesteld tarief, aan een lid van de vereniging is toegewezen. Aan de toewijzing van een vaste ligplaats kunnen geen rechten worden ontleend.
* Ligplaatshouder: een lid of aspirant-lid aan wie voor onbepaalde tijd een ligplaats van de vereniging is toegewezen.
* Verenigingshaven: Het door de watersportvereniging De Nieuwe Waterweg van de gemeente Schiedam gehuurde waterperceel en de daarin aanwezige vlotten, het clubhuis, de dependance en het dok.
* Passant: een persoon die op tijdelijke basis een ligplaats toegewezen heeft gekregen van de vereniging.
Artikel 2. Toepassing havenreglement
Dit reglement is van toepassing op alle personen, dieren, vaartuigen en andere zelfstandigheden aanwezig op de havenaccommodatie. Het bestuur zal bij overtreding van het havenreglement gerechtigd zijn om over te gaan tot het nemen van (rechts-) maatregelen.
Het bestuur is gerechtigd leden verantwoordelijk en aansprakelijk te stellen voor overtredingen of schade door het lid zelf, gezinsleden of gasten begaan of gemaakt.
In gevallen waarin dit havenreglement niet voorziet, zijn de beslissingen van het bestuur bindend.
Artikel 3. Scheepvaartreglement
Alle wettelijke scheepvaartvoorschriften en –reglementen, zoals b.v. het Binnenvaart Politiereglement, zijn in de verenigingshaven onverminderd van kracht.
Bovendien geldt in de haven een maximumsnelheid van 5 km/h.
Artikel 4. Beheer van de haven
De havenaccommodatie wordt beheerd door de vereniging, zoals genoemd in art. 3, lid 2d van de statuten.
De dagelijkse leiding is in de handen van de havencommissaris, die deel uitmaakt van het bestuur. Hij heeft het recht aanwijzingen aan iedere gebruiker van de faciliteiten van de haven te geven. Deze aanwijzingen dienen prompt te worden opgevolgd. Bij het in gebreken blijven hiervan zijn artikel 2 en artikel 22 van toepassing.
Artikel 5. Gebruik faciliteiten
Iedere gebruiker van de faciliteiten van de haven, in de meest uitgebreide zin, doet dit geheel voor eigen risico.
De vereniging wijst iedere aansprakelijkheid af voor zover niet wordt voldaan aan het gestelde in artikel2 en artikel 19.
Artikel 6. Aansprakelijkheid van de vereniging.
De vereniging aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade, toegebracht aan en/of ontvreemding van een jacht en/of andere goederen, respectievelijk eigendommen, zowel op het water, als op de vlotten, als op de wal, als tijdens het dokken.
De vereniging aanvaardt eveneens geen aansprakelijkheid voor schaden, zowel persoons- als materiële schaden, die het gevolg zijn van ontstane mankementen aan de faciliteiten van de haven en/of handelingen van personen, die het bestuur van de vereniging in functie vertegenwoordigen.
Artikel 7. Aansprakelijkheid eigenaar
De eigenaar van een jacht, die een ligplaats heeft in de haven, is tegenover de vereniging verantwoordelijk voor de juiste uitvoering van dit reglement.
Tevens is hij volledig verantwoordelijk voor zijn bemanning, gasten of andere medegebruikers.
Artikel 8. Verzekering
Iedere gebruiker van de haven dient zowel persoonlijk als met zijn vaartuig minimaal tegen wettelijke aansprakelijkheid verzekerd te zijn.
Schade aan eigendommen van de vereniging zal op de veroorzaker en / of eigenaar van het vaartuig, waarmede de schade is veroorzaakt, worden verhaald.
Een kopie van de op naam gestelde verzekeringspolis, benevens een nota voor het lopende verzekeringsjaar en een betaalbewijs dat deze nota voldaan is en een geldig legitimatiebewijs dienen bij de toewijzing van een ligplaats aan het bestuur te worden overgelegd. Periodiek zal er aan een aantal aangewezen leden gevraagd worden op bovenvermelde wijze aan te tonen dat men inderdaad verzekerd is.
Artikel 9. Verplichting schepen te onderhouden
Alle schepen dienen in goede staat van onderhoud te zijn en te worden onderhouden. Ligplaatshouders, die hun schip verwaarlozen, zullen door het bestuur schriftelijk worden gemaand de technische toestand respectievelijk het aanzicht van hun schip te verbeteren. Indien hieraan geen gevolg wordt gegeven, kan de eigenaar door het bestuur worden verplicht het schip uit de haven te verwijderen.
Artikel 10. Ligplaatsen
Van ligplaatsen en/of materiaal van de vereniging kunnen in principe alleen leden -ligplaatshouders gebruik maken.
De ligplaatshouder is verantwoordelijk voor zijn elektriciteitsmeter en voor het inrichten van de box met glijdraden / glijstangen aan de meerpalen.
De vereniging zorgt voor de verstrekking hiervan.
Andere leden, donateurs en passanten, indien beschikbaar, kunnen tijdelijk een ligplaats krijgen, welke door de havencommissaris wordt aangewezen.
De daaraan verbonden kosten dienen met de havencommissaris te worden afgerekend.
Artikel 11. Wachtlijst ligplaats
Indien een ligplaatsgegadigde niet reageert op het aanbod voor een ligplaats, wordt deze van de wachtlijst afgevoerd. Deze maatregel wordt genomen door het bestuur. Namens deze zal de secretaris dit schriftelijk aan de betrokkene meedelen.
Artikel 12. Toewijzing vaste ligplaats
Een vaste ligplaats wordt door het bestuur toegewezen.
Deze toewijzing vindt plaats op volgorde van de wachtlijst, die door de secretaris wordt bijgehouden en is afhankelijk van de afmetingen van het jacht. Het bestuur heeft het recht de ligplaatstoewijzing te veranderen, indien de omstandigheden dit verlangen.
Artikel 13. Gegevens schip
Ligplaatshouders dienen aan het bestuur de juiste gegevens van hun schip te verstrekken en elke wijziging direct aan het bestuur door te geven.
Indien wordt geconstateerd dat een ligplaatshouder onjuiste gegevens of afmetingen van zijn schip heeft opgegeven, zal deze worden gemaand de correcte gegevens en afmetingen aan het bestuur op te geven. Geschiedt dit niet, of opnieuw niet correct, dan zal met terugwerkende kracht de oppervlaktemaat van de box in rekening worden gebracht. De consequentie hiervan dient in de maningsbrief te zijn opgenomen. Indien een lid een ander schip heeft aangeschaft dan waarvoor de ligplaats was toegewezen, dient het lid schriftelijk contact op te nemen met de havencommissaris. Een andere ligplaats kan alleen worden toegewezen, indien deze beschikbaar is.
Artikel 14. Opzegging van ligplaats
Opzegging van een vaste ligplaats dient schriftelijk te geschieden bij de secretaris van de vereniging. Opzegging dient te geschieden twee maanden vóór 31 december van het lopende jaar. Opzegging gedurende het lopende jaar geeft recht op restitutie van de helft van het liggeldtarief, mits opzegging plaats vindt vóór 1 juli van het betreffende jaar.
Het bestuur heeft het recht hierop uitzonderingen te maken.
Artikel 15. Afmeren van jachten
Iedere jachteigenaar die met zijn jacht van een plaats in de haven gebruik maakt, is verplicht zorg te dragen dat zijn jacht op een deugdelijke wijze gemeerd is en wel zodanig dat het jacht vrij blijft van andere jachten, steigers en meerpalen.
Het afmeren van schepen in de boxen dient te gebeuren met tenminste een stootwil aan stuurboord en bakboord en vier in goede staat zijnde landvasten, zonodig aangevuld met verschillende springen. Wordt hieraan naar inzicht van de havencommissaris niet voldaan, alsmede in spoedeisende gevallen, zoals buitengewone weersomstandigheden, dan heeft deze het recht hierin op kosten van de eigenaar van het jacht te voorzien.
Artikel 16. Elektriciteitsaansluitingen
Elke ligplaatshouder heeft een afsluitbare permanente elektriciteits-aansluiting, welke voorzien is van een verbruiksmeter. Uit veiligheids-overwegingen dient de overgang van de blauwe 3-polige aansluiting naar een aansluiting met randaarde aan boord van het schip plaats te vinden. In alle gevallen dient gebruik te worden gemaakt van deugdelijk en voor gebruik in open lucht geschikt aansluitmateriaal. Indien de meter niet door een slot wordt afgesloten, is de ligplaatshouder verantwoordelijk voor het gebruik van de aansluiting door derden.
Artikel 17. Sleutels
Voor de sleutel die toegang biedt tot de faciliteiten van onze vereniging dient een borg te worden betaald. De sleutel moet persoonlijk in ontvangst worden genomen en voor ontvangst moet worden getekend. De sleutel wordt door de havencommissaris uitgegeven. Voor de sleutel die gebruikt wordt door passanten en gebruiker van het dok moet eveneens een borg worden betaald. Deze sleutels dienen voor het vertrek uit de haven bij de havencommissaris te worden ingeleverd, waarna zij de betaalde borg terug krijgen. Leden dienen bij opzegging van het lidmaatschap de sleutel in te leveren bij de havencommissaris. Zij zullen bij de eindafrekening de betaalde borg terug krijgen.
Artikel 18. Bijboten
Bijboten korter dan 2,40 m mogen in de box bij het moederschip worden afgemeerd, zodanig dat er geen overlast voor derden ontstaat. Een bijboot mag niet uitsteken buiten de begrenzing van de ligplaats. Bijboten mogen in de davits opgehangen worden, mits er geen hinder voor derden ontstaat. Bijboten mogen niet op de vlotten worden geplaatst.
Artikel 19. Faciliteiten
De gereedschappen en/of machines, in het bezit van de vereniging, mogen alleen worden gebruikt als men ter zake kundig is. Het gebruik van gereedschappen en/of machines mag alleen door of met behulp van deskundige leden plaats vinden en wordt gedaan voor volledig eigen verantwoording en risico. Alle aanwijzingen door het bestuur dienen in acht te worden genomen.
Artikel 20. Algemene verboden
Het is niet toegestaan om:
- andere schepen, dan die waarvoor door of namens het bestuur toestemming is verleend, in het door de watersportvereniging de Nieuwe Waterweg van de gemeente Schiedam gehuurde waterperceel af te meren of te ankeren. Overtreding van dit verbod kan door het bestuur worden uitgelegd als overtreding van artikel 461 van het Wetboek van Strafrecht, respectievelijk artikel 7 van de statuten, waardoor tot directe tegenmaatregel kan worden overgegaan. Deze maatregel zal bestaan uit het doen verwijderen van onderhavig schip en het doen vervolgen en / of royeren van de eigenaar.
- van een afgemeerd schip de motor te laten draaien met een in werking zijnde schroef.
- op onverantwoordelijke wijze de haven in of uit te varen met voor andere hinderlijke snelheid of met gehesen zeil(en).
- de rust in de haven op welke wijze dan ook te verstoren, waarbij tussen 22.00 uur en 8.00 uur naar absolute stilte wordt gestreefd. Overlast voor mede-havengebruikers dient te worden voorkomen.
- uw schip te gebruiken als permanente verblijfplaats c.q. woonboot.
- overtollig materiaal op de vlotten en / of in de clubhuiskelder achter te laten.
- de verenigingsfaciliteiten voor commerciële doeleinde te gebruiken.
- veelvuldig (dagelijks) zijn / haar boot met leidingwater schoon te spoelen.
- op de vlotten te rennen en te fietsen
- kinderen, niet in het bezit van minstens twee zwemdiploma’s, zonder zwemvest onbegeleid op de vlotten te laten komen.
- kinderen te laten spelen met leidingwaterslangen.
- bij afwezigheid van de schipper de Nederlandse vlag of verenigingswimpel zichtbaar op het schip te voeren c.q. te laten hangen.
Artikel 21. Maatregelen ter bescherming van het milieu
Ter bescherming van het milieu zijn de onder 21.1 t/m 21.3 genoemde voorschriften, verboden en bepalingen van kracht.
Bij niet nakomen hiervan, loopt de overtreder de kans geverbaliseerd te worden door een daartoe bevoegd controlerend ambtenaar.
De vereniging is niet aansprakelijk voor de geconstateerde overtredingen en de daaruit voortvloeiende gevolgen.
Indien de vereniging als gevolg van een overtreding van een gebruiker van de havenfaciliteiten schade lijdt, aansprakelijk gesteld of juridisch vervolgd wordt, is de vereniging gerechtigd de gevolgen te verhalen op de overtreder.
21.1 Voorwaarden en voorschriften
Alle wettelijke bepalingen, zijn onverkort van kracht op de haven en het terrein van de vereniging.
21.2 Verboden
De volgende handelingen zijn verboden:
a. schuur- en slijpwerkzaamheden van enige omvang aan in het water liggende schepen te verrichten , zonder zorg te dragen voor een goede opvang van de vrijgekomen afvalstoffen.
Slijpwerkzaamheden mogen alleen verricht worden als het schip wordt afgemeerd aan het dok.
b. na 30 april van ieder kalenderjaar de in het water liggende schepen droog te schuren.
c. afvalstoffen in welke vorm dan ook te storten in het water van de haven of op het terrein. Ook het gebruik van onderwatertoiletten is niet toegestaan.
d. olie, brandstof, vet, andere chemische bestanddelen of verontreinigd bilgewater te lozen in de haven.
e. afvalwater van chemische toiletten of vuilwatertanks in de haven te lozen.
f. anders dan op de aangegeven plaatsen chemisch afval neer te zetten.
g. elektrisch te lassen op de aanwezige wandcontactdozen en verlengkabels achteloos en onbeheerd te laten liggen.
21.3 Bepalingen
De volgende bepalingen zijn van kracht:
a. Vrijgekomen afvalmaterialen dienen zoveel mogelijk gescheiden, in de daartoe aangewezen vaten en chemo-container gedepo-neerd te worden. In de chemo-container staan afzonderlijke bakken voor de afvoer van:
- verfafval, lege verfblikken, verfresten etc.;
- garage-afval, vervuilde doeken, brandstoffilters, luchtfilters, etc.;
- uitsluitend smeerolie-filters
- restanten van lijmen/harsen of kitten.
- afgewerkte olie.
Op elke bak of vat staat duidelijk aangegeven waarvoor het bestemd is. Indien voor bepaalde afvalstoffen geen voorziening aanwezig is, dient dit afval door de eigenaar op verantwoordelijke wijze te worden afgevoerd.
De vuilcontainer dient uitsluitend voor huishoudelijk afval. (Indien in de huisvuilcontainer chemisch afval wordt aangetroffen kan de container in zijn geheel als chemisch afval bestemd worden en ook als zodanig door de Irado in rekening worden gebracht. )
b. Afvalstoffen van schepen die vrijkomen met schuren, slijpen, bikken etc. dienen te worden opgevangen en verzameld en als chemisch afval behandeld.
c. Het veroorzaken of constateren van een verontreiniging dient onverwijld gemeld te worden aan de havencommissaris.
d. Het bestuur is gerechtigd alle materialen, die zich na 31 mei van ieder kalenderjaar nog op de vlotten bevinden, te verwijderen.
Artikel 22. Overtredingen
Het regelmatig en/of in ernstige mate overtreden van dit havenreglement zal aangemerkt worden als handelen in strijd met de besluiten van de vereniging. Op grond hiervan is het bestuur, conform artikel 7 van de statuten, gerechtigd de betrokkene uit zijn rechten als lid te ontzetten.
Artikel 23. Omgang met schepen van anderen
In beginsel is het in onze haven uitsluitend aan de eigenaar toegestaan om een schip te verhalen. Dit betekent dat het ook de havencommissaris en bestuursleden in beginsel niet is toegestaan om een schip dat niet hun eigendom is te verhalen.
Hierop zijn de volgende uitzonderingen:
a. Iemand die daartoe uitdrukkelijk toestemming van de eigenaar heeft, mag een schip verhalen.
b. In geval van calamiteiten, zoals brand op een naburig schip, is een ieder verplicht / gerechtigd om al het in redelijkheid mogelijke te doen om de schade te beperken. Hiertoe kan het noodzakelijk zijn om één of meer schepen snel te verhalen. Zo mogelijk dient dit te worden gecoördineerd door de havencommissaris of een bestuurslid.
Zij die ten gevolge van een calamiteit een naburig schip hebben verplaatst, kunnen niet verantwoordelijk worden gesteld voor eventuele ontstane schade.
Artikel 24 Tarieven
Alle tarieven worden jaarlijks vastgesteld door de algemene vergadering en gepubliceerd in het clubblad, of op een andere wijze schriftelijk ter kennis van de leden gebracht.
Hoofdstuk 2. Aanvullende bepalingen voor het dok.
Artikel 25. Het dokken van een schip
Tijdens het dokken dienen de aanwijzingen van de dokcommissaris te worden op gevolgd. Niet leden, die van de dokfaciliteiten gebruik wensen te maken, dienen vooraf, zoals in artikel 8 beschreven is, aan te tonen dat men verzekerd is.
Iedere gebruiker van het dok dient zowel persoonlijk als met zijn vaartuig minimaal tegen wettelijke aansprakelijkheid verzekerd te zijn.
Schade aan eigendommen van de vereniging zal op de veroorzaker en/of eigenaar van het vaartuig, waarmede de schade is veroorzaakt, worden verhaald.
Het dokken van een schip gebeurt onder volledige rekening en verantwoordelijkheid van de eigenaar cq schipper.
Tijdens het dokken mogen er geen minderjarige personen aan boord van het schip of op het dok aanwezig zijn.
Artikel 26. Bepalingen
De volgende bepalingen zijn van kracht:
De gebruiker van het dok is verplicht:
a. het “do(c)kument” voorafgaand aan het dokken te tekenen
b. persoonlijk aanwezig te zijn tijdens het dokken van zijn / haar vaartuig
c. de dokcommissaris en het bestuur te vrijwaren van iedere schade aan het schip veroorzaakt, gedurende het dokken en gedurende het “droog” staan van het vaartuig.
d. zich stipt te houden aan de aanwijzingen van de dokcommissaris, tenzij de veiligheid van het schip in het geding is in welk geval hij eveneens verplicht is de dokcommissaris op diens handelen te wijzen, met als uiterste consequentie het afbreken van het dokproces.
e. achteraf het bestuur van zijn gelijk te overtuigen waarbij, indien hij hierin niet slaagt, hij alsnog verplicht kan worden het doktarief te voldoen.
f. bij het laten verlopen van een dokbeurt, zonder akkoord van de dok-commissaris, het volledige doktarief te voldoen. Indien niet aan deze voorwaarde wordt voldaan zal hij geen gebruik meer mogen maken van de dokfaciliteiten.
g. alle aanwezige spullen die niet tot “de vaste dokinventaris behoren”, uit het dok te verwijderen.
h. direct na de afspuitbeurt het dok schoon te vegen en vaste bestanddelen, die niet zijn weggespoeld, af te voeren op een door de overheid voorgeschreven wijze. Zie artikel 21 t/m 21.3
i. dokvloer ter plaatse af te dekken met een dekkleed of plastic voor verzameling van afval en dit afval af te voeren op een door de overheid voorgeschreven wijze.
j. bij werkzaamheden die een normale schilderbeurt te boven gaan, zoals lassen, branden, doorslijpen, werkzaamheden aan schroefasinstallatie of werkzaamheden aan uitwendige koelleidingen, toestemming te vragen aan de dokcommissaris.
De gebruiker dient speciale maatregelen te treffen om tijdens deze werkzaamheden verontreiniging van het dok te voorkomen.
Indien deze toch ontstaat is hij verplicht die onmiddellijk te verwijderen.
In geen geval mogen ontoelaatbare stoffen via het filtersysteem in het milieu terechtkomen.
k. het schip op een door de dokcommissaris opgegeven datum gereed te
hebben voor het te water laten. Indien de gebruiker daartoe niet in staat o/ bereid is, heeft de dokcommissaris het recht het schip uit het dok te verwijderen, zulks inachtneming van goed zeemansschap. De dokcommissaris noch het bestuur kan door de gebruiker worden aangesproken voor eventuele daaruit voortvloeiende schade van welke aard dan ook.
l. Het is ten strengste verboden om verfrollers, kwasten en dergelijke aan de wanden of vloer van het dok af te strijken.
Hoofdstuk 3. Aanvullende bepalingen voor de clubhuiskelder en “dependance”.
Artikel 27. Mastenberging.
Gedurende de periode dat van schepen in de winter de masten verwijderd worden is er een mogelijkheid om deze geheel op eigen risico op te slaan in het daarvoor bestemde mastenrek in de clubhuiskelder.
Ter voorkoming van schade aan andere masten dienen scherpe uitstekende metaaldelen met doek omwikkeld te zijn.
Voor eventuele schade aan masten, die tijdens deze opslag ontstaan kan het bestuur cq de vereniging niet aansprakelijk gesteld worden.
Artikel 28. Verbod opslag van brandbare stoffen.
Het is ten strengste verboden om brandbare stoffen, zoals: motorbrand-stoffen, verdunningsmiddelen, gasflessen e.d., op te slaan in de club-huiskelder en “dependance”.
Artikel 29. Verbod opslag van buitenboordmotoren e.d.
Het is ten strengste verboden om buitenboordmotoren of artikelen die intens met brandbare stoffen in aanraking zijn geweest op te slaan in de clubhuis-kelder en “dependance”.
Artikel 30. Verbod open vuur.
Het is ten strengste verboden om open vuur te gebruiken in clubhuiskelder.
Tevens is het ten strengste verboden te lassen en te slijpen in de clubhuis-kelder.
Artikel 31. Opslag goederen.
Het bestuur is gerechtigd alle andere goederen dan masten, gieken, fokkebomen, bokkepoten, welke zich na 1 november van ieder kalenderjaar in de clubhuiskelder bevinden, te verwijderen.
Indien hier kosten mee zijn verbonden worden deze verhaald op de eigenaar van de betreffende goederen.
Artikel 32. Verbod betreding clubhuiskelder voor minderjarigen.
Het zich in de clubhuiskelder bevinden van minderjarige personen is ten strengste verboden. Alle aanwijzingen van het bestuur dienen te worden opgevolgd.
Artikel 33. Gebruik van machines en materialen in clubhuiskelder en “dependance”.
De vereniging aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade, toe-gebracht aan en/of ontvreemding van goederen, respectievelijk eigendommen.
De vereniging aanvaardt eveneens geen aansprakelijkheid voor, zowel persoons- als materiële schaden, die het gevolg zijn van ontstane mankementen aan de machines en materialen in de clubhuiskelder en aansluitende “dependance” .
Artikel 33.1 Bij gebruik van alle machines en gereedschappen dienen alle veiligheidsvoorschriften in acht te worden genomen.
Artikel 33.2 Het gebruik van de keuken in de clubhuiskelder mag alleen geschieden onder begeleiding van de daarvoor verantwoordelijke en aangewezen personen.
Artikel 33.3 Materialen en technische apparatuur die door het bestuur zijn verwijderd uit de clubhuis kelder en/of ”dependance” mogen niet meer worden terug geplaatst. Personen die deze materialen of technische apparatuur toch voor privé-doeleinden wensen te gebruiken op het terrein van de vereniging doen dit voor volledig eigen rekening en risico.
Artikel 34. Slotbepaling.
Teneinde milieuvoorschriften, dok, keuken, clubhuis, vlotten, machines, materialen, clubhuiskelder en dependance in goede staat te houden en uit te kunnen voeren en het doel wordt nagestreefd tot verantwoord en veilig gebruik en plezier van vrijetijdsbesteding bij de watersport vereniging, wordt door het bestuur ieder jaar een summier R.I. & E 1 gemaakt en gepubliceerd ten aanzien van bovengenoemde onderdelen en vrij ter inzage op ieders verzoek.